

‘Art does not imitate life, it works like it’
(Tao)
Ellis Veldstra studeerde in 1993 af als autonoom schilder aan Academie Minerva in Groningen. Ze leerde er de klassieke techniek van het olieverf schilderen: de wetten van vorm, kleur en compositie; de opbouw in tonaliteit en verzadiging. In haar schilderijen dient haar dit vakmanschap om met een grote natuurlijkheid werelden op te roepen die zinderen van kleur en licht en bruisen van leven. Schilderen is voor haar: op zoek gaan naar de vitaliteit van het zichtbare.
Het is ook een je verbinden aan die vitaliteit, zegt zij, er zelf deel van zijn terwijl je schildert. Het is een samenvallen met wat je doet. In de intensiteit van de waarneming gaat dat vanzelf. Haar onderwerp aftastend, vorsend, steeds dieper de materie in duikend, kijkt ze voorbij de verschijningsvorm der dingen. Haar schilderijen zijn te duiden als landschappen, stillevens en portretten, maar evenzeer als een dynamisch spel met de verf. Het is dit spel waaruit de dingen tevoorschijn komen en waarin ze, uiteindelijk, weer zullen oplossen. Schilderen is, zegt Ellis, het doorgeven van een stroom van energie.
Wie de schilderijen bekijkt, ziet alledaagse taferelen. Er liggen wat peertjes in een schaal, een handvol bonen op een bord. Een konijn ligt kalm te liggen in een niet nader gedefinieerde ruimte, een kind draagt een papieren hoed. Meer dan afbeeldingen van de zichtbare werkelijkheid, zijn de schilderijen werelden op zichzelf. Het geziene is er opnieuw tot leven gebracht. De peertjes dansen in hun schaal, de bonen zinderen van levenslust. Het konijn ligt warm en aaibaar tegen een achtergrond van grof geschilderde penseelstreken; op de voorgrond druipt de sterk verdunde verf van het witte doek. Het is de dynamiek tussen leegte en vorm, donker en licht, mager en vet, helder en diffuus, benoembaar en onbenoembaar, waarin de geschilderde werelden gestalte krijgen. Onder deze dynamiek is altijd een grondtoon aanwezig. Het is de toon waaruit alles voortkomt en die alles met elkaar verbindt. Je zou het de grondtoon van het leven zelf kunnen noemen.
In het laatste jaar maakte Ellis een reis langs de Atlantische kust om daar en plein air te kunnen werken. Soms letterlijk met haar voeten in de stroom, schilderde ze de beweeglijkheid van de zee, de kleurschakeringen in het water, het spel van eb en vloed, wind en regen. Schilderend werd ze deel van het komen en gaan van het landschap. De schilderijen zijn voorbij de techniek geschilderd, voorbij het denken, voorbij de vastigheid der dingen – met grote vaart en directheid, je zou bijna zeggen met haast, in een drang om de schoonheid te pakken voor zij verglijdt, om het wonder van het zichtbare aan te raken op de grens van verschijnen en verdwijnen.
In de schilderijen van Ellis Veldstra komen de vitaliteit van de kunstenaar, de vitaliteit van de wereld en de vitaliteit van de verf samen. Het werk komt voort uit een innerlijke noodzaak. Niet om per se ‘kunst’ te maken, maar om zich te verbinden aan de oneindige dynamiek van het leven en daarvan te getuigen op de manier die haar het meest eigen is.